De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden stilzwijgend goedgekeurd.
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn worden onder de verantwoordelijkheid van de Algemeen Directeur opgesteld. Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de OCMW-raad en de algemeen directeur ondertekend.
De notulen en het zittingsverslag van de vorige zitting worden stilzwijgend goedgekeurd.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn stelt het strategisch meerjarenplan 2020-2025 – aanpassing 7 (deel OCMW) vast.
Het ontwerp van meerjarenplan – aanpassing 7 bevat volgende documenten:
Op voorstel van het Vast Bureau;
Gehoord de leden van de Raad;
zie meerjarenplanaanpassing 7
Artikel 1:
Het strategisch meerjarenplan 2020-2025 – aanpassing 7 (deel OCMW) bestaande uit de strategische nota, financiële nota en toelichting wordt vastgesteld, zoals bijgevoegd in bijlage.
Artikel 2:
De staat van het financieel evenwicht (M2) wordt vastgesteld:
Budgettair resultaat | 2020 | 2021 | 2022 |
I. Exploitatiesaldo | 1.479.847 | 1.342.833 | 1.024.370 |
a. Ontvangsten | 6.662.698 | 6.691.922 | 6.918.659 |
b. Uitgaven | 5.182.851 | 5.349.089 | 5.894.289 |
II. Investeringssaldo | -2.038.131 | -1.480.967 | -14.195 |
a. Ontvangsten | 471.688 | 146.262 | 695.127 |
b. Uitgaven | 2.509.819 | 1.627.229 | 709.322 |
III. Saldo exploitatie en investeringen | -558.284 | -138.134 | 1.010.175 |
IV. Financieringssaldo | -123.972 | -120.154 | 6.292.722 |
a. Ontvangsten | 90.689 | 118.860 | 7.078.805 |
b. Uitgaven | 214.660 | 239.014 | 786.083 |
V. Budgettair resultaat van het boekjaar | -682.256 | -258.288 | 7.302.897 |
VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar | 3.820.297 | 3.138.041 | 2.879.753 |
a. Op basis van meerjarenplan vorig boekjaar | 3.820.297 | 3.138.041 | 2.879.753 |
VII. Gecumuleerd budgettair resultaat | 3.138.041 | 2.879.753 | 10.182.650 |
IX. Beschikbaar budgettair resultaat | 3.138.041 | 2.879.753 | 10.182.650 |
Budgettair resultaat | 2023 | 2024 | 2025 |
I. Exploitatiesaldo | 967.543 | 1.029.962 | 1.387.912 |
a. Ontvangsten | 7.963.897 | 7.582.162 | 7.731.313 |
b. Uitgaven | 6.996.355 | 6.552.200 | 6.343.401 |
II. Investeringssaldo | -1.763.425 | -4.799.416 | -4.529.916 |
a. Ontvangsten | 912.368 | 970.868 | 128.368 |
b. Uitgaven | 2.675.793 | 5.770.284 | 4.658.284 |
III. Saldo exploitatie en investeringen | -795.882 | -3.769.453 | -3.142.004 |
IV. Financieringssaldo | -309.779 | -257.395 | -93.800 |
a. Ontvangsten | 77.406 | 77.406 | 77.406 |
b. Uitgaven | 387.185 | 334.801 | 171.206 |
V. Budgettair resultaat van het boekjaar | -1.105.661 | -4.026.848 | -3.235.804 |
VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar | 10.182.650 | 9.076.989 | 5.050.141 |
a. Op basis van meerjarenplan vorig boekjaar | 10.182.650 | 9.076.989 | 5.050.141 |
VII. Gecumuleerd budgettair resultaat | 9.076.989 | 5.050.141 | 1.814.337 |
IX. Beschikbaar budgettair resultaat | 9.076.989 | 5.050.141 | 1.814.337 |
Autofinancieringsmarge | 2020 | 2021 | 2022 |
I. Exploitatiesaldo | 1.479.847 | 1.342.833 | 1.024.370 |
II. Netto periodieke aflossingen | 190.464 | 214.818 | 761.887 |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen | 214.660 | 239.014 | 786.083 |
b. Periodieke terugvordering leningen | 24.196 | 24.196 | 24.196 |
IV. Autofinancieringsmarge | 1.289.383 | 1.128.015 | 262.482 |
Autofinancieringsmarge | 2023 | 2024 | 2025 |
I. Exploitatiesaldo | 967.543 | 1.029.962 | 1.387.912 |
II. Netto periodieke aflossingen | 362.989 | 310.605 | 147.010 |
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen | 387.185 | 334.801 | 171.206 |
b. Periodieke terugvordering leningen | 24.196 | 24.196 | 24.196 |
IV. Autofinancieringsmarge | 604.554 | 719.357 | 1.240.902 |
Artikel 3:
De gewijzigde kredieten voor het boekjaar 2023 worden vastgesteld conform schema M3:
2023 | ||
Uitgaven | Ontvangsten | |
- Gemeente | ||
Exploitatie | 5.785.436 | 7.373.280 |
Investeringen | 2.659.293 | 733.368 |
Financiering | 387.185 | 77.406 |
Leningen en leasings | 387.185 | 53.210 |
Toegestane leningen en betalingsuitstel | 0 | 24.196 |
- OCMW | ||
Exploitatie | 1.210.918 | 590.617 |
Investeringen | 16.500 | 179.000 |
Artikel 4:
Onderhavig besluit zal ter kennis gebracht worden van de toezichthoudende overheid.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn stelt de opvolgingsrapportering 1 2023 vast.
De opvolgingsrapportering vergelijkt het gerealiseerde beleid van het lopende jaar met het geplande. Ze geeft de raadsleden de mogelijkheid om op te volgen hoe ver het staat met de uitvoering van de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties die in het (aangepaste) meerjarenplan zijn opgenomen. Ze is in de eerste plaats gericht op de opvolging van de prioritaire beleidsdoelstellingen door te focussen op de uitvoering en de stand van zaken van de prioritaire acties en actieplannen uit het meerjarenplan.
De tussentijdse rapportering is niet specifiek gericht op de bewaking van de kredieten, maar moet de raadsleden wel toelaten om de evolutie van de uitgaven en ontvangsten van het lopende jaar op te volgen. Daarom bevat ze ook overzichten over de geraamde en gerealiseerde uitgaven en ontvangsten. Zo kunnen de raadsleden de gerealiseerde bedragen tussentijds vergelijken met de ramingen in het (aangepaste) meerjarenplan en de benutting van de kredieten opvolgen.
Verder moet de opvolgingsrapportering melding maken van de eventuele wijzigingen in de grondslagen en assumpties die het bestuur gehanteerd heeft bij de opmaak van het planningsrapport waarover het tussentijds rapporteert. Als die basisinformatie ondertussen in belangrijke mate gewijzigd is, moeten de raadsleden tijdig informatie krijgen over de weerslag ervan op de uitvoering van het geplande beleid. Hetzelfde geldt voor de financiële risico’s. Als de aard en de omvang van al gerapporteerde risico’s gewijzigd is of als er nieuwe risico’s zijn, moet de raad daarover informatie krijgen in de opvolgingsrapportering.
Enig artikel:
De opvolgingsrapportering 1 2023 wordt, conform de documenten in bijlage, vastgesteld.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn stelt de nominatieve subsidies 2023 - aanpassing 1 vast.
Een nominatieve subsidie is een werkings- of investeringstoelage die niet wordt toegekend op basis van een subsidiereglement. De Raad kent de subsidie dus toe aan een vereniging of een andere derde louter dmv een raadsbeslissing (mits de nodige motivering).
Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een dotatiebesluit, overeenkomst, statutaire bepaling of een subsidie aanvraag.
Artikel 1:
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn kent de nominatieve subsidies 2023 - aanpassing 1 toe.
Artikel 2:
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn geeft opdracht aan het Vast Bureau om de nominatieve subsidies toe te kennen binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in bijlage.
Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een dotatiebesluit, overeenkomst, statutaire bepaling of een subsidie aanvraag.
Een subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is.
Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorbehoud dat het uitvoeren van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie deels kan teruggevorderd worden wanneer de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking van de begunstigde, aanvrager.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het besluit van de Gouverneur van 1 augustus 2023 betreffende de goedkeuring van de jaarrekening 2022.
Op 17 mei 2023 werd de jaarrekening 2022 (deel OCMW) door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn vastgesteld.
Op 25 mei 2023 werd de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht dat de jaarrekening op de gemeentelijke website werd gepubliceerd waardoor de toezichtstermijn van start kon gaan.
Op 1 augustus 2023 werd de jaarrekening 2022 door de gouverneur goedgekeurd.
Op 10 augustus 2023 nam het Vast Bureau kennis van de beslissing van de Gouverneur.
Artikel 1:
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het besluit van de Gouverneur van 1 augustus 2023 betreffende de goedkeuring van de jaarrekening 2022.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen CAW Centraal West-Vlaanderen en het OCMW van Ruiselede m.b.t. de ondersteuning van de Lokale Advies Commissie (LAC) goed.
De energiecrisis heeft geleid tot een groeiend aantal burgers met energieschulden. Steeds meer mensen komen aankloppen bij hulpverlenende instanties (OCMW, CAW) en er is een verschuiving van het profiel merkbaar naar mensen uit de middenklasse en tweeverdieners.
Op basis hiervan besliste de Vlaamse Regering (Septemberverklaring) om de CAW's tijdelijk te versterken zodat zij extra kunnen inzetten op mensen die door de energiecrisis in de problemen dreigen te komen. Tot en met 31 december 2024 kan CAW Centraal West-Vlaanderen voorzien in een uitbreiding met 1.75 VTE.
Om preventief op te treden en kwetsbare doelgroepen te ondersteunen, is er een samenwerkingsovereenkomst tussen de OCMW's regio Tielt en het CAW Centraal West-Vlaanderen m.b.t. de ondersteuning van de Lokale Advies Commissie (met vertegenwoordigers van OCMW, de netbeheerder of waterleverancier, en de gebruiker of eventueel de schuldbemiddelaar/vertrouwenspersoon van de verbruiker) opgezet.
Het samenwerkingsverband tussen het OCMW en het CAW heeft tot doel om burgers te ondersteunen die door de energiecrisis in de problemen dreigen te geraken, door vroegtijdig preventief en aanklampend op te treden.
De algemene doelstellingen van het samenwerkingsverband worden als volgt omschreven:
De doelgroep bestaat uit inwoners van de gemeente Ruiselede die verschijnen voor de LAC en waarvan de levering van elektriciteit, aardgas en/of water dus in gevaar komt. De LAC kan o.a. beslissen over afsluiting of heraansluiting van elektriciteit, aardgas of water, het inbrengen van een schuld in de prepaid meter,... Het OCMW onderzoekt voorafgaand de specifieke situatie van de betrokkenen van de bij hen gekende dossiers. Om ook de dossiers die nog niet gekend zijn bij de sociale dienst op te sporen is de inzet van de CAW-medewerker een meerwaarde. Door nauwe samenwerking wordt een integrale aanpak gegarandeerd en wordt vermeden dat burgers verschillende keren hun verhaal moeten doen.
In de samenwerkingsovereenkomst zijn de afspraken bepaald tussen enerzijds het CAW en anderzijds het OCMW:
Het CAW én de CAW-medewerker staan in voor
Het OCMW
Geen financiële implicaties.
Enig artikel:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen CAW Centraal West-Vlaanderen en het OCMW van Ruiselede m.b.t. de ondersteuning van de Lokale Advies Commissie (LAC) goed.
Namens Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
Annelies Van Tomme
Algemeen Directeur wnd.
Greet De Roo
Burgemeester-Voorzitter