De Gemeenteraad stelt het belastingreglement inzake de algemene milieubelasting – aanslagjaren 2022-2026 - vast.
Het gemeentebestuur verzekert in het kader van haar milieubeleid diverse diensten (o.a. onderhoud van riolering en slikputten, bestrijding van schadelijke dieren).
Aldus zijn de kosten ten laste van de gemeente voor het milieubeheer in het algemeen, en voor de ophaling van huisvuil in het bijzonder, zeer aanzienlijk zodat het heffen van een milieubelasting opportuun is.
Gelet op de financiële toestand van het gemeentebestuur.
2022/GBB/0020-00/7332100/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN
Artikel 1:
Met ingang van 1 januari 2022 en voor de duur van 5 jaar eindigend op 31 december 2026, wordt ten behoeve van de gemeente Ruiselede een algemene milieubelasting geheven.
Artikel 2:
De belasting is ten laste van elk gezin dat, als gewoon of tijdelijk verblijf in de gemeente, een woning betrekt in een straat, weg of een plein.
Artikel 3:
De belasting bedraagt € 62 per jaar en per gezin. Ze is hoofdelijk verschuldigd door de leden van ieder gezin ingeschreven in de bevolkingsregisters en werkelijk in de gemeente verblijvend op 1 januari van het belastingjaar. De inschrijving in de bevolkingsregisters is beslissend, tenzij andersluidend bewijs. Het gezin dat de gemeente als tweede of tijdelijk verblijf bewoont, is eveneens belastbaar. Onder gezin wordt verstaan, hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij een vereniging van twee of meer personen die - al dan niet door familiebanden gebonden - gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven.
Artikel 4:
De belasting wordt niet gevestigd op de onroerende goederen bestemd voor een dienst van openbaar nut, hetzij deze dienst al dan niet kosteloos wordt verstrekt, zelfs wanneer de goederen geen domeineigendom zijn of rechtstreeks of onrechtstreeks door de staat of door zijn aangestelden in huur worden genomen. Deze vrijstelling slaat evenwel niet op de delen van deze onroerende goederen, die door de aangestelden van de staat als privaatpersonen en voor hun persoonlijk gebruik worden betrokken.
Artikel 5:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het Schepencollege.
Artikel 6:
De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7:
De belastingschuldigde kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen, Markt 1, Ruiselede. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing of stoffelijke misslag, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de Gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd.
Artikel 8:
Verwijl- en moratoriumintresten zijn op de belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op de inkomsten.
Artikel 9:
Deze beslissing wordt als definitief aanzien indien gedurende het ingestelde onderzoek de commodo et incommodo geen bezwaren werden ingediend.
Artikel 10:
Dit reglement wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website en via het digitaal loket aan de toezichthoudende overheid bezorgd.